Iedereen is het erover eens dat verbeteringen nodig zijn op het gebied van jeugdzorg. Er bestaan zorgen over personeelstekorten, wachtlijsten en de kwaliteit van de zorg. Veel plannen om veranderingen in het jeugdstelsel door te voeren laten op zich wachten. Is er in al deze plannen voldoende aandacht voor de context waarin kinderen opgroeien?
Op verzoek van demissionair staatssecretaris Van Ooijen heeft de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) onderzocht wat er moet veranderen om te voorkomen dat kinderen in de knel komen. De RVS stelt zich de vraag: wat hebben ouders nodig om hun kinderen een stabiele omgeving te bieden om in op te groeien?
Kinderen groeien op in een context
De context waarin kinderen opgroeien is (tijdelijk) kwetsbaar wanneer ouders of verzorgers op een of meerdere levensdomeinen problemen hebben. Deze problemen kunnen op het gebied van wonen, mentale gezondheid, schulden of het gebrek aan een sterk sociaal netwerk zijn.
Daarom betoogt de RVS het volgende: om kinderen gezond en veilig te laten opgroeien, moet we niet alleen kijken naar mogelijke verbeteringen op het jeugddomein, maar moeten we ook oog hebben voor belangen van kinderen in de levensdomeinen van hun ouders. Daarnaast zijn sterke sociale netwerken cruciaal om problemen bij kinderen te voorkomen. In dat kader bepleit de RVS onder andere dat wordt ingezet op het versterken van bestaande informele structuren. Daarbij komt het begeleiden van een gelijkwaardige samenwerking tussen formele en informele steunstructuren.
Borgen van het belang van het kind bij wetgeving en beleid
Vaak liggen de problemen in een gezin bij zogenoemde ouderdomeinen (zoals wonen, financiën en gezondheid). Hoewel ouders in deze domeinen centraal staan, hebben de besluiten in deze domeinen grote impact op het welzijn en de ontwikkeling van kinderen.
In haar advies benadrukt de RVS dat het VN-Kinderrechtencomité de Nederlandse Staat herhaaldelijk heeft opgeroepen de belangen van kinderen beter te borgen. Nederland heeft de verantwoordelijkheid om de rechten van kinderen te borgen. In het Kinderrechtenverdrag zijn vier algemene beginselen opgenomen, waarvan het belang van het kind er een is. Dit betekent dat het belang van het kind altijd voorop moet staan bij alle maatregelen die kinderen betreffen. Het gaat om wetten, beleid en procedures die kinderen direct raken, bijvoorbeeld in de jeugdhulp of het onderwijs. Ook gaat het om wetten, beleid en procedures die kinderen indirect raken, zoals wet- en regelgeving op ouderdomeinen.
De RVS geeft aan dat het kind op ouderdomeinen onvoldoende in beeld is. In regelgeving en beleid rond bijvoorbeeld schuldhulpverlening, wonen en volwassenen-ggz (de kindcheck wordt niet systematisch toegepast) spelen de belangen van kinderen niet tot nauwelijks een rol.
“De consequenties van beslissingen die op ouderdomeinen worden genomen rondom schulden, ggz-problematiek of wonen zijn dagelijks voor veel kinderen voelbaar en hebben impact op hun ontwikkeling.”
Meer informatie
- Het volledige advies van de Raad, ‘Kinderen uit de knel’