Julie Verhaar is van oorsprong fondsenwerver. Zowel nationaal als internationaal zette zij zich vol in voor veel verschillende organisaties. Zoals het Rode Kruis, Greenpeace, Amnesty en UNICEF. Inmiddels is ze sinds twee jaar directeur van Terre des Hommes en gebruikt ze al haar kennis, ervaring én passie voor deze prachtige kinderrechtenorganisatie, die strijdt tegen uitbuiting van kinderen.
‘Nadat het Nederlandse Rode Kruis en Greenpeace International in Nederland, maakte ik de overstap naar UNICEF in Genève, waar ik me wereldwijd inzette voor kinderrechten. Dat was een kantelpunt, want daar werd mijn focus op kinderrechten echt duidelijk. Toen corona uitbrak en ik mijn familie en vrienden miste, besloot ik na dertien jaar terug te keren naar Nederland. Ik wist dat ik het internationale aspect in mijn werk wilde behouden en toen ik op de vacature bij Terre des Hommes werd gewezen, viel alles op zijn plek. Kinderrechten, internationale samenwerking en de kans om echt impact te maken, het kwam allemaal samen.’
Doorbreken vicieuze cirkel
‘We richten ons bij Terre des Hommes op drie gebieden: seksuele uitbuiting, kinderarbeid en uitbuiting in humanitaire noodsituaties. De problemen waarmee we te maken hebben zijn gigantisch. Maar om structurele verandering teweeg te brengen, moeten we de oorzaken van uitbuiting aanpakken. Dus niet alleen kinderen helpen die nu slachtoffer zijn, maar ook voorkomen dat toekomstige generaties hetzelfde overkomt. Een voorbeeld is onze strijd tegen kinderarbeid in de mica-mijnen in India en Madagaskar. Mica is een mineraal dat in allerlei producten zit, van make-up tot de batterijen in elektrische auto’s. In de mijnen werken soms piepjonge kinderen onder erbarmelijke omstandigheden. Samen met lokale gemeenschappen helpen we ouders om coöperaties op te zetten, zodat ze een eerlijke prijs krijgen en hun kinderen niet meer hoeven te werken. Ouders die financieel stabieler zijn sturen hun kinderen weer naar school. Op die manier doorbreken we de vicieuze cirkel van armoede en uitbuiting.’
Initiatieven met impact
‘In Ethiopië bezocht ik een van onze kinderclubs: een plek waar kinderen leren over hun rechten via muziek, theater en onderwijs. Ze leren ook hoe ze misstanden in hun gemeenschap kunnen signaleren en bespreken met dorpsoudsten. Het was fantastisch om te zien hoe een meisje dat daar als jong kind begon, nu de voorzitter van de club was en vol zelfvertrouwen haar verhaal deed. Dit soort initiatieven maken een enorme impact. Deze kinderclubs bestaan in verschillende landen en we onderzoeken nu hoe we iets vergelijkbaars in Nederland kunnen opzetten. Uitbuiting is een complex probleem dat overal voorkomt en de grondoorzaken verschillen per regio. Maar de aanpak van kinderrechten blijft universeel. We kunnen veel leren van de ervaringen uit onze programma’s in Azië en Afrika. In landen als de Filipijnen hebben we al ver ontwikkelde methodes om kinderen te beschermen tegen online seksuele uitbuiting en die kennis halen we ook naar Nederland.’
De kracht van samenwerking
‘Wij zijn nu zes jaar partner van het Kinderrechtencollectief. De uitdagingen op het gebied van kinderrechten zijn te groot, geen enkele organisatie kan deze alleen oplossen. Samen sta je sterker, zeker als je beleid en wetgeving wilt beïnvloeden. Binnen het collectief brengt elke
organisatie zijn eigen expertise mee: wij focussen ons sterk op kinderhandel en seksuele uitbuiting. Helaas zien we dat online uitbuiting van kinderen een groeiend probleem is, ook in Nederland. Kinderen krijgen steeds jonger een telefoon en worden zo kwetsbaarder voor
misbruik. Daarom zetten we ons in om hier meer bewustzijn voor te creëren en beleid op te verbeteren. Wat ik bijzonder vind, is hoe we binnen het Kinderrechtencollectief niet alleen praten over problemen, maar ook echt met oplossingen komen. We monitoren de naleving van kinderrechten en zorgen dat er actie wordt ondernomen. Nederland is geen uitzondering: ook hier staan kinderrechten onder druk. Samen kunnen we daar iets aan doen.’
Blik op de toekomst
‘Uitbuiting stopt niet vanzelf. Daarom blijven we ons inzetten voor structurele veranderingen. We werken aan beleidsbeïnvloeding, ondersteunen gemeenschappen en zorgen ervoor dat kinderrechten overal op de agenda komen te staan. Dat doen we in het buitenland, maar ook in Nederland. We kunnen en mogen niet stil blijven zitten. Elk kind verdient een veilige jeugd en een eerlijke toekomst. Dit is geen wens, dit is hun recht. En daar blijven we met hart en ziel voor vechten. Samen met kinderen, want hun stem doet ertoe.’