De meerderheid van jongeren in Nederland van 12 tot 18 jaar (56%) weet niet dat zij speciale rechten heeft volgens het Kinderrechtenverdrag. Dit blijkt uit de representatieve peiling van State of Youth NL en het Kinderrechtencollectief. Nederland tekende deze maand 30 jaar geleden voor het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties. Hierdoor is Nederland verplicht om kennis te delen over kinderrechten. Dat gebeurt nog onvoldoende. Wegens de ‘verjaardag’ van de ondertekening doen het Kinderrechtencollectief en State of Youth NL vandaag een klemmend beroep op de Tweede Kamer het Kinderrechtenverdrag na te leven.
Jongeren die goed op de hoogte zijn van hun rechten kunnen daar ook beter voor opkomen. Kennis over kinderrechten en jongerenparticipatie zijn ook cruciale voorwaarden om aan de rest van het Kinderrechtenverdrag te kunnen voldoen. In de recente peiling geven jongeren aan dat zij nog onvoldoende gehoord worden door de overheid, terwijl zij daar volgens het Kinderrechtenverdrag wel recht op hebben. Op een schaal van 0 tot 100 geven jongeren gemiddeld een score van 38 aan voor de manier waarop de overheid naar hun mening luistert.
Het Kinderrechtencollectief en State of Youth NL roepen de Nederlandse overheid daarom op kinder- en jongerenparticipatie nu eindelijk over de volle breedte te borgen in wet en beleid. Zij bieden het rapport Een Jonge Blik op Kinderrechten feestelijk aan Tweede Kamerleden aan. Dit gebeurt vandaag om 9.00 uur in het Haagse perscentrum Nieuwspoort. Het rapport toont indringende zorgen die jongeren in Nederland hebben over het nakomen van hun rechten door de overheid. Naast bekendheid met kinderrechten gaat het hierin over mentaal welzijn, gelijke kansen, jeugdzorg en jeugdstrafrecht.
Overheid moet echt gaan luisteren
Vice-voorzitter Lars Westra van het Kinderrechtencollectief: “Dertig jaar na de ondertekening van het Kinderrechtenverdrag is het de overheid niet gelukt om ook maar de helft van de kinderen in Nederland kennis te laten maken met hun rechten. Dat niet alleen, uit deze peiling blijkt dat er veel meer misgaat 30 jaar na ondertekening. Kinderen geven de overheid een 3,8 als het gaat om hoe goed er naar hen geluisterd wordt. Als ik op school een 3,8 stond voor een vak had ik een probleem gehad, dus de overheid moet dit signaal oppakken en écht naar kinderen gaan luisteren“.
Voorzitter Marc Dullaert van KidsRights, initiatiefnemer van State of Youth: ‘De basis van onze democratie is participatie. Als de jongste generatie hierbij niet betrokken wordt, staat de toekomst van onze samenleving op het spel. Onderwijs over kinderrechten is dan ook cruciaal. Als je niet weet wat je rechten zijn, kun je ook niet participeren. Onderwijs over kinderrechten moet daarom verplicht worden op scholen’.
Met het rapport Een Jonge Blik op Kinderrechten grijpen het Kinderrechtencollectief en State of Youth NL aan dat Nederland 30 jaar geleden, op 8 maart 1995, het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind ratificeerde. Om die reden vroegen State of Youth NL en het Kinderrechtencollectief afgelopen maand in een peiling onder ruim duizend jongeren tussen de 12 en 18 jaar hoe het volgens hen staat met hun rechten in Nederland. Ook vroegen zij deze jongeren welke ideeën en adviezen zij hebben voor de Nederlandse overheid ten aanzien van vijf thema’s, geselecteerd op basis van de uitkomst van focusgroepen. Naast bekendheid met kinderrechten zijn dit mentaal welzijn, kansengelijkheid, jeugdzorg en jeugdstrafrecht.
Mentaal welzijn en gelijke kansen
Nederland moet in elk geval op het gebied van deze vijf thema’s serieuze stappen zetten, wil het voldoen aan het Kinderrechtenverdrag. Dit blijkt niet alleen uit deze peiling maar ook uit onderzoek en analyse van relevante studies in de afgelopen jaren. Over mentaal welzijn blijkt uit de peiling onder andere dat jongeren zich zorgen maken over de stress en druk die zij op school ervaren (30%). Zij willen vermindering van de prestatie- en toetsdruk op school, zodat er meer gefocust wordt op de ontwikkeling van jongeren (58%). Ook dringen zij aan op meer geld voor oplossingen voor jongeren met mentale problemen (39%) en op betere regels op sociale media om jongeren te beschermen tegen de risico’s ervan (36%).
Gaat het om gelijke kansen, dan maken jongeren zich er volgens de peiling zorgen over dat er niet goed wordt geluisterd naar de mening van álle jongeren en dat sommige groepen worden buitengesloten (36%). Zij vinden het belangrijk dat kansenongelijkheid aangepakt wordt, omdat jongeren hierdoor mentale problemen krijgen zoals stress of somberheid (49%). De overheid zou volgens hen bijvoorbeeld jongeren moeten ondersteunen die leven in armoede (48%). Ook hier dringen jongeren er bovendien op aan dat alle jongeren mee kunnen praten en doen (45%). Volgens jongeren moet er bovendien meer geld naar onderwijs zodat iedere jongere goed onderwijs kan krijgen (41%).
Jeugdstrafrecht en jeugdzorg
Wat het jeugdstrafrecht betreft vinden jongeren het een urgent probleem dat er niet genoeg naar het kind/de mens wordt gekeken, en te veel naar hun misdaad (22%). Zij vinden dit onderwerp belangrijk, omdat jongeren niet goed behandeld worden en trauma’s kunnen oplopen in gevangenissen (45%). Zij zien een oplossing in goed onderwijs en opleidingen voor deze jongeren (46%). Ook roepen jongeren op vaker en meer persoonlijk contact mogelijk te maken (42%). Bovendien pleiten jongeren voor een kindvriendelijk systeem (40%) en voor een systeem en hulp gericht op terugkeer naar de samenleving (40%).
Bij jeugdzorg vinden jongeren het ook erg dat zij niet genoeg inspraak hebben over hun eigen situatie (28%). Jongeren worden daardoor ‘vergeten’ en niet goed gehoord en gezien (52%). Zij willen dat Nederland zorgt voor makkelijke toegang tot hulp, zonder dat jongeren er lang op hoeven te wachten (52%).